Geschiedenis

In de 14e eeuw was aan het stroompje ‘de Dusse’ al een kleine nederzetting met donjon, een woontoren, te vinden. Arent van der Dussen liet de donjon in 1387 ombouwen tot een kasteel. De huidige kelders stammen uit die tijd.

Sint-Elisabethsvloed

Het kasteel was nog geen dertig jaar oud toen de Sint-Elisabethsvloed van 1421 het in een ruïne veranderde. Ook de muren die waren blijven staan, moesten het uiteindelijk ontgelden. Teruggekeerde bewoners gebruikten de stenen namelijk om hun eigen woningen weer op te bouwen. In 1456 begon eindelijk de drooglegging van het gebied en daarmee ook de wederopbouw van het kasteel. Floris I van der Dussen nam het initiatief hiervoor en zijn zoon Jan V van der Dussen zette de wederopbouw voort. De toegangspoort en de onderste ronde gedeeltes van de torens zijn nog restanten van dit herstel.

Tachtigjarige Oorlog

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het kasteel in 1573 ingenomen door de Spanjaarden. Het slot was echter niet bestand tegen het geavanceerde geschut uit die tijd en uiteindelijk sloegen de Spanjaarden daarom weer op de vlucht, het kasteel in slechte toestand achterlatend.

In 1609 werd besloten tot een wapenstilstand die twaalf jaar zou duren. Baron van Gent, Walraven, greep deze periode van vrede aan om het kasteel weer in goede staat te brengen. Zo liet hij de Toscaanse zuilengalerij op de binnenplaats aanleggen, die nog steeds te bewonderen is. De aankoop van het kasteel en de verbouwing bezorgden Walraven echter zulke hoge kosten dat hij het kasteel in 1628 noodgedwongen verkocht aan de familie Van Axel.

Huwelijk

Door het huwelijk van Ida van Axel met Herman van der Schueren van Haagoort kwam deze familie in bezit van het kasteel. Eduard van der Schueren liet de bovengalerij bouwen. De familie bewoonde het kasteel echter niet; een rentmeester beheerde het bezit.

In 1863 erfde Marie Camille de Croix het kasteel van haar vader. Door haar huwelijk met Marie Auguste d’Ursel, kwam het kasteel vervolgens in handen van deze Belgische adellijke familie d’Ursel. In 1901 bood de familie het kasteel aan de kloostergemeenschap van Karmelitessen uit Moulins aan als tijdelijk onderkomen. De zusters trokken vervolgens in het kasteel. Op hun verzoek werd aan de oostzijde een kapel boven het water gebouwd met een loopbrug over de gracht. In 1920 keerden de nonnen terug naar Frankrijk, waarna het kasteel vier jaar leeg stond.

De vrouw met de zes slapers

De familie d’Ursel toonde nog maar weinig interesse in het kasteel en besloot het in 1924 te verkopen. Zo kwam de familie Suringar in bezit van het kasteel en Rolina Suringar zou de laatste bewoonster zijn. Deze opvallende persoonlijkheid liet zich ’s nachts bewaken door zes mannen uit het dorp, die met dat doel de nacht op de galerij doorbrachten. Geïnspireerd door het verhaal van Rolina Suringar schreef Anton Coolen in 1953 De vrouw met de zes slapers.

Na de plotselinge dood van Rolina in 1935 werd het kasteel aangekocht door de Gemeente Dussen. Tussen 1954 en 1997 deed het dan ook dienst als gemeentehuis, maar met het opgaan van Dussen in de gemeente Werkendam verloor het kasteel deze functie. Vanaf 2013 kwam, na een erfpachtovereenkomst van 10 jaar, het kasteel in eigendom van Monumenten Fonds Brabant.

De rol van de burgemeester

Vanaf 1935 was het kasteel in eigendom van de gemeente. Dankzij burgemeester Snijders (1872-1953) staat het kasteel er nog: hij redde het van de sloop. Er verschenen advertenties in de kranten, waarin het kasteel werd aangeprezen als zijnde “zeer geschikt voor afbraak”. Maar op tijd greep de gemeente Dussen in. Op 26 september 1936 werd tijdens een raadsvergadering gestemd over de toekomst van Kasteel Dussen. Met zes stemmen voor en vijf stemmen tegen werd besloten het kasteel te behouden. En werd het voor 15.000 gulden gekocht met het doel er een gemeentehuis in te vestigen.

B&W kamer – schilderij burgemeester Snijders

In de decennia die volgen geven burgemeester Snijders en na hem burgemeester Mols leiding aan de ingrijpende restauratie van het kasteel. In de tweede wereldoorlog raakt het kasteel echter opnieuw zwaar beschadigd. Na Mols neemt burgemeester Oderkerk bij zijn benoeming in 1946 het restauratiestokje over. De zoon van de burgemeester schreef in 2008: ‘Voor mijn vader was de verbouw en het inrichten van het kasteel een feest’. In 1953 is de restauratie afgerond, maar door de watersnoodramp wordt de opening uitgesteld. Op 22 juni 1954 wordt dan toch eindelijk het gerestaureerde kasteel officieel als raadhuis in gebruik genomen. Het wordt een groot feest met honderden genodigden, die bij de poort worden verwelkomd door ‘enkele mannen van de erewacht, gekleed in Middeleeuwse costuums, met helm en sabel, met wijde mantels en grote kaplaarzen’.

Eén van de programmaonderdelen om er voor de bevolking een feestelijke aangelegenheid van te maken én om het kasteel te kunnen bezoeken, is de opvoering van een klucht. Natuurlijk zijn de plaatselijke fanfares ook van de -muzikale- partij!

En wat dat laatste betreft: gelukkig blijven een aantal tradities in stand: nog altijd kan iedereen naar het kasteel komen voor allerlei culturele activiteiten én sluiten de fanfares het culturele jaar af in de kasteeltuin!

Bewoners door de jaren

ca. 1330 – ca. 1340
Jan III van der Dussen

ca. 1340 – ca. 1356
Claes I van der Dussen

1356 – 1408
Arent II van der Dussen

1408 – 1417
Claes II van der Dussen

1417 – 1439
Arent III van der Dussen

1439 – 1445
Arent IV van der Dussen

1445 – 1456
Floris I van der Dussen

1456 – 1496
Jan V van der Dussen

1496 – 1510
Floris II van der Dussen

1510 – 1536
Jan VII van der Dussen

1536 – 1584
Cornelia van der Dussen

1593 – 1604
Jacob van Brecht

1604 – 1607
Anna van Brecht

1607 – 1628
Walraven van Gent

1628 – 1657
Eduart ‘Jacot’ van Axele

1657 – 1682
Maarten ‘Jacot’ van Axele

1682 – 1692
Eduart van der Schueren van Hagoort

1692 – 1726
Jean Louis van der Schueren van Hagoort

1726 – 1734
Alexandre Comte van Groesbeek

1734 – 1758
Jacues Francous Comte van Groesbeek

1758 – 1762
Alexandre I de Croix

1762 – 1766
Alexandre II de Croix

1766 – 1832
Charles I de Croix

1832 – 1836
Charles II de Croix

1836 – 1924
Marie Camille d’Ursel

1924 – 1935
Familie Suringar

1935 – 2003
Gemeente Dussen

2013 – heden
Na een erfpachtovereenkomst van 10 jaar kwam het kasteel in eigendom van Monumenten Fonds Brabant.

Rondleidingen

Agenda

Actueel

Geschiedenis